'k zat bij nen boom te lezen ( Guido Gezelle )
‘k Zat bij nen boom te
lezen,
al in mijnen brevier;
de zunne kwam gerezen,
gelijk een kole vier;
de blijde vogels dronken
de dreupels van den mei,
de morgenperelen blonken
en brandden in de wei,
lijk vier:
'k zat bij nen boom te lezen,
al in mijnen brevier!
al in mijnen brevier;
de zunne kwam gerezen,
gelijk een kole vier;
de blijde vogels dronken
de dreupels van den mei,
de morgenperelen blonken
en brandden in de wei,
lijk vier:
'k zat bij nen boom te lezen,
al in mijnen brevier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten